zondag 6 oktober 2013

Een les techniek...

Hallo bloggers,

Vandaag ga ik het hebben over onze les van 1 oktober. In deze les heb ik allerlei dingen geleerd rond het geven van een les techniek in de lagere school.

Wat heb ik geleerd tijdens deze les?
1) Ik heb geleerd waarom men techniek in de basisschool (meer bepaald tijdens lessen WO) aanbiedt.
De bestaansdimensie techniek binnen WO wordt in de lagere school gegeven omdat techniek overal rondom ons aanwezig is. Kijk naar een pen, een kraan, een tip-ex, ... Veel leerlingen gebruiken deze voorwerpen, maar weten niet hoe ze functioneren. Dit noemt men technische geletterdheid en die is ver te zoeken bij de meeste leerlingen. Het is dus noodzakelijk dat er lessen techniek gegeven worden. Een andere reden is het watervalprincipe. Het is belangrijk om techniek al aan te bieden in de basisschool, zodat leerlingen hiermee kennismaken. Later kunnen ze dan bij het kiezen van hun studiekeuze beter evalueren wat ze graag zouden studeren. Op die manier beginnen de meeste leerlingen niet in het aso, maar zijn er ook die bewust kunnen kiezen voor het tso.

2) Ik heb geleerd dat een les techniek breed is en kan aansluiten bij elke bestaansdimensie. 
Tijdens de les hebben we de verschillende ervaringsdomeinen van techniek benoemt. Dit zijn: transport, informatie & communicatie, gezondheid, voeding, energie en constructies. Onder deze ervaringsdomeinen vallen heel veel thema's. Ik wist niet dat techniek zo uitgebreid kon zijn.

3) Ik heb geleerd hoe je techniek moet geven. 
Eerst en vooral heb je aandacht voor het technische proces waarin het technisch denken centraal staat. Het technisch proces bestaat uit een aantal stappen.
Stap1: Ik heb een probleem.
Stap 2: Oplossingen bedenken en ontwerpen.
Stap 3: Realiseren.
Stap 4: Testen.
Als je al deze stappen doorlopen hebt en het blijkt dat je bij het testen toch weer een probleem ondervindt, begin je weer vanaf stap één met het nieuwe probleem.

We hebben dit technisch proces ook bekeken in het didactisch model van Jelle Jacobs. Dit model is iets uitgebreider. Je hebt een probleemstelling, die leeft bij de leerlingen. Daarna laat je ze creatief oplossingen zoeken en pas daarna biedt je de technische leerinhouden aan. Hierna kan je de leerlingen laten experimenteren en onderzoeken met allerlei bijhorend materiaal. Waarna de leerlingen ook effectief een constructie gaan bouwen en het in gebruik gaan nemen. Als laatste stap moeten ze het product evalueren. Ook hier geldt het volgende: merk je gedurende het proces een probleem op, begin dan weer bij stap één.

Naast het technisch proces moet je voor een les techniek ook leerinhouden geven. Om als leerkracht voldoende achtergrondinformatie te hebben en om de leerlingen een brede kennis mee te geven, gebruik je de TOS21-matrix. Deze bestaat uit 4 componenten (technisch systeem, technisch proces, hulpmiddelen en keuzes) en 3 manieren om naar techniek te kijken (begrijpen, hanteren en duiden). Bij deze matrix is het de bedoeling om zoveel mogelijk vakjes in te vullen over een bepaald onderwerp. (Ter verduidelijking, zie afbeelding.) Je kan deze matrix ook gebruiken om, na het schrijven van je lesvoorbereiding, je les te controleren.



Welke vragen heb ik nog?
Ik vind het nog steeds moeilijk om me iets bij een les techniek voor te stellen. Ik weet nu wel hoe je aan een goede les techniek moet beginnen, maar hoe is dat in de praktijk? Ik hoop dat ik op stage eens een les techniek mag geven, zodat ik me er toch iets meer bij kan voorstellen.


Groetjes,
Sofie



Geen opmerkingen:

Een reactie posten