Hey bloggers,
In de afgelopen les hebben we het naast wat het rapport vertelt het ook gehad over EDO.
Ik heb geleerd dat EDO belangrijk is in de lagere school. Duurzame Ontwikkeling wordt steeds belangrijker in de wereld en als je hier geen aandacht aan besteed tijdens de lessen, raken de leerlingen hier niet mee bekend en zullen ze hier ook geen aandacht aan besteden.
Hoe kan je nu aan EDO doen in de klas?
Eerst en vooral moet je dit niet als een apart onderdeel aanschouwen. Als je tijdens de lessen wereldoriëntatie de kans ziet om EDO erbij te betrekken, dan moet je dit vast en zeker doen. Ook bij andere lessen zijn er tal van mogelijkheden.
EDO kent 4 principes:
1) Nieuwe kennis opdoen.
2) Systeemdenken bevorderen. Hierbij laat je de leerlingen ontdekken dat alles een oorzaak en gevolg heeft. Bijvoorbeeld: Wij zijn niet de enige die betalen voor appelsienen in de winkel in de winter, ook het milieu betaalt een prijs.
3) Aandacht voor waardering en emoties. Hierbij ga je samen met je leerlingen na hoe dat zij tegenover bepaalde dingen staan.
4) Actiegericht. Je gaat met je leerlingen naar oplossingen zoeken en ze uitvoeren. Deze hoeven niet groot te zijn, want alle beetjes helpen.
Dat is wat ik geleerd heb.
Groetjes,
Sofie
vrijdag 6 december 2013
woensdag 4 december 2013
Breed evalueren
Hey bloggers,
In de les van 26/11 hebben we eens naar het rapport van onze lector gekeken. Hierbij stelden we ons vele vragen.
Wat zegt een rapport en wat niet?
Als je een rapport bekijkt, zie je vooral dat het cognitieve de bovenhand neemt. Er worden toetsen gedaan en de punten die je daar behaalt, zijn je punten van je rapport. Dat vind ik niet correct, want vaak gaat het dan om een momentopname. Soms gaat het om meerdere toesten, maar dan nog. Als het rapport eraan zit te komen, worden er ineens meer toetsen gegeven. Dit gebeurt omdat de leerkracht dan plots merkt dat ze te weinig punten heeft. Op die manier krijg je geen juist beeld van het kind.
Naast het cognitieve, wordt er ook een beetje op attitudes geëvalueerd. Er staat dan een A, B of C. Een A is goed, B is dat het nog verbeterd kan worden en C is onvoldoende. Maar wat zegt dat nu werkelijk?
In het onderwijs van vandaag, wordt er meer en meer gestreefd naar de motorische en sociale vaardigheden. Je moet naar het kind in zijn geheel leren kijken. Hier zou dan ook op geëvalueerd moeten worden, maar dat gebeurt slechts weinig. Ook tijdens de lessen wereldoriëntatie zijn vaardigheden belangrijker geworden. Toch blijven leerkrachten toetsen wereldoriëntatie afnemen waarin leerlingen enkel papegaaienwerk moeten doen. Er wordt niet geëvalueerd op de vaardigheden.
Hoe kan je vaardigheden evalueren?
We kunnen vaardigheden evalueren door permanente evaluatie, door de leerlingen geregeld te observeren en er notities van te nemen in een boekje. Tijdens mijn stage, moest ik van mijn mentor, de leerlingen evalueren tijdens de lessen techniek. Dit moest ik doen omdat ze op het thema techniek geen punten kregen. Ze hadden een systeem van draken kleuren, dit omdat de school 'Drakenhof' noemt. Ik heb dit dan ook gedaan. Ik had enkele doelstellingen voor ogen en bekeek tijdens het werken in groepen of de leerlingen die doelstellingen behaalden. Als het goed was, kleurde ik een draak, anders noteerde ik enkele dingen waar nog aan gewerkt kon worden. Dit vond ik zeer moeilijk. Mijn mentor heeft me dan ook geholpen.
Wat is breed evalueren?
Om vaardigheden te evalueren, moet je eerst weten dat je breed moet evalueren. Maar wat is dat juist? Ik wist het ook niet, daarom ben ik het even gaan opzoeken. Breed evalueren verwijst naar een brede evaluatie waarbij gekeken wordt naar een veelheid aan factoren. Het kind wordt in zijn geheel geëvalueerd. Er wordt gekeken naar zijn mogelijkheden en talenten in verschillende contexten en vanuit verschillende invalshoeken.
(Bron: http://cego.inform.be/InformCMS/custom/downloads/visietekst_breed_evalueren.pdf)
Een oproep naar breed evalueren.
De toets is niet de enige evaluatievorm die bestaat. Er zijn verschillende evaluatievormen en dat is ook nodig om de veelheid van competenties in kaart te brengen en om zo een totaalbeeld van een kind te scheppen. Hoe kies je nu het best uit al die evaluatievormen? Als je een evaluatievorm kiest moet je met een paar dingen rekening houden. Eerst en vooral ga je kijken naar waarom je iets wilt evalueren. Je moet goed weten wat je met de evaluatie wilt bereiken en wat je er erna mee gaat doen. Daarnaast moet je ook aandacht besteden aan wat je gaat evalueren. Bovendien houd je ook rekening met wie er evalueert en wanneer er geëvalueerd wordt.
Wat heb ik hieruit geleerd?
Ik heb me nooit eerder afgevraagd wat een rapport nu juist vertelt. Ik heb altijd goede punten gehaald, dus ik hechte eigenlijk niet zo'n belang aan dat rapport. Nu als toekomstig leerkracht sta ik er pas bij stil wat zo'n rapport zegt. Ik heb geleerd dat je als leerkracht tussentijdse momenten ook moet evalueren. Dat is belangrijk want zo kan je als leerkracht het leerproces van je leerlingen nog bijsturen. Bovendien bestaan er meerdere evaluatievormen, zoals een toets afnemen, een zelfevaluatie invullen, een gesprek houden en iets observeren. Door de bron te lezen heb ik ook geleerd met welke criteria je rekening moet houden om de juiste evaluatievorm te gebruiken.
In de les van 26/11 hebben we eens naar het rapport van onze lector gekeken. Hierbij stelden we ons vele vragen.
Wat zegt een rapport en wat niet?
Als je een rapport bekijkt, zie je vooral dat het cognitieve de bovenhand neemt. Er worden toetsen gedaan en de punten die je daar behaalt, zijn je punten van je rapport. Dat vind ik niet correct, want vaak gaat het dan om een momentopname. Soms gaat het om meerdere toesten, maar dan nog. Als het rapport eraan zit te komen, worden er ineens meer toetsen gegeven. Dit gebeurt omdat de leerkracht dan plots merkt dat ze te weinig punten heeft. Op die manier krijg je geen juist beeld van het kind.
Naast het cognitieve, wordt er ook een beetje op attitudes geëvalueerd. Er staat dan een A, B of C. Een A is goed, B is dat het nog verbeterd kan worden en C is onvoldoende. Maar wat zegt dat nu werkelijk?
In het onderwijs van vandaag, wordt er meer en meer gestreefd naar de motorische en sociale vaardigheden. Je moet naar het kind in zijn geheel leren kijken. Hier zou dan ook op geëvalueerd moeten worden, maar dat gebeurt slechts weinig. Ook tijdens de lessen wereldoriëntatie zijn vaardigheden belangrijker geworden. Toch blijven leerkrachten toetsen wereldoriëntatie afnemen waarin leerlingen enkel papegaaienwerk moeten doen. Er wordt niet geëvalueerd op de vaardigheden.
Hoe kan je vaardigheden evalueren?
We kunnen vaardigheden evalueren door permanente evaluatie, door de leerlingen geregeld te observeren en er notities van te nemen in een boekje. Tijdens mijn stage, moest ik van mijn mentor, de leerlingen evalueren tijdens de lessen techniek. Dit moest ik doen omdat ze op het thema techniek geen punten kregen. Ze hadden een systeem van draken kleuren, dit omdat de school 'Drakenhof' noemt. Ik heb dit dan ook gedaan. Ik had enkele doelstellingen voor ogen en bekeek tijdens het werken in groepen of de leerlingen die doelstellingen behaalden. Als het goed was, kleurde ik een draak, anders noteerde ik enkele dingen waar nog aan gewerkt kon worden. Dit vond ik zeer moeilijk. Mijn mentor heeft me dan ook geholpen.
Wat is breed evalueren?
Om vaardigheden te evalueren, moet je eerst weten dat je breed moet evalueren. Maar wat is dat juist? Ik wist het ook niet, daarom ben ik het even gaan opzoeken. Breed evalueren verwijst naar een brede evaluatie waarbij gekeken wordt naar een veelheid aan factoren. Het kind wordt in zijn geheel geëvalueerd. Er wordt gekeken naar zijn mogelijkheden en talenten in verschillende contexten en vanuit verschillende invalshoeken.
(Bron: http://cego.inform.be/InformCMS/custom/downloads/visietekst_breed_evalueren.pdf)
Een oproep naar breed evalueren.
De toets is niet de enige evaluatievorm die bestaat. Er zijn verschillende evaluatievormen en dat is ook nodig om de veelheid van competenties in kaart te brengen en om zo een totaalbeeld van een kind te scheppen. Hoe kies je nu het best uit al die evaluatievormen? Als je een evaluatievorm kiest moet je met een paar dingen rekening houden. Eerst en vooral ga je kijken naar waarom je iets wilt evalueren. Je moet goed weten wat je met de evaluatie wilt bereiken en wat je er erna mee gaat doen. Daarnaast moet je ook aandacht besteden aan wat je gaat evalueren. Bovendien houd je ook rekening met wie er evalueert en wanneer er geëvalueerd wordt.
Wat heb ik hieruit geleerd?
Ik heb me nooit eerder afgevraagd wat een rapport nu juist vertelt. Ik heb altijd goede punten gehaald, dus ik hechte eigenlijk niet zo'n belang aan dat rapport. Nu als toekomstig leerkracht sta ik er pas bij stil wat zo'n rapport zegt. Ik heb geleerd dat je als leerkracht tussentijdse momenten ook moet evalueren. Dat is belangrijk want zo kan je als leerkracht het leerproces van je leerlingen nog bijsturen. Bovendien bestaan er meerdere evaluatievormen, zoals een toets afnemen, een zelfevaluatie invullen, een gesprek houden en iets observeren. Door de bron te lezen heb ik ook geleerd met welke criteria je rekening moet houden om de juiste evaluatievorm te gebruiken.
Abonneren op:
Posts (Atom)